Het Europees Parlement stemde op donderdag over strengere eisen waaraan speelgoed moet voldoen. Joost Lagendijk (GroenLinks) noemt het een stap vooruit dat bepaalde gevaarlijke stoffen en onderdelen in speelgoed verboden worden. Wel is hij teleurgesteld dat speelgoed nog steeds door fabrikanten zelf gekeurd mag worden. Volgens Lagendijk moeten fabrikanten minder macht krijgen bij het opstellen van de veiligheidsstandaarden: "Speelgoed moet gekeurd worden door onafhankelijke instanties en niet door de speelgoedindustrie zelf. Een voorstel van de Groenen hiertoe heeft helaas geen meerderheid gekregen."
De herziening van de speelgoedrichtlijn uit 1988 kwam er mede op vraag van de groene fractie nadat in 2007 verschillende keren grote hoeveelheden onveilig speelgoed van de markt moesten worden gehaald. Met name speelgoed afkomstig uit China dat giftige stoffen bleek te bevatten.
De Groenen pleitten daarom voor een totaalverbod op schadelijke stoffen en onderdelen in speelgoed. Lagendijk: "Je moet niet willen spelen met veiligheid. Kankerverwekkende stoffen en stoffen die onvruchtbaarheid en allergieën veroorzaken horen simpelweg niet in speelgoed thuis. We moeten kinderen daartegen beschermen".
Langzaam uitgefaseerd
In de nieuwe richtlijn wordt het gebruik van sommige giftige stoffen aan banden gelegd. Maar het gebruik van die stoffen wordt niet volledig verboden en slechts langzaam uitgefaseerd. Toch vindt Lagendijk het een klein stapje vooruit. " Tot nu toe kreeg geen enkel bedrijf een boete voor het op de markt brengen van schadelijk speelgoed. Daar komt nu gelukkig langzaam verandering in", aldus Lagendijk.
De politieke druk van het Franse EU-voorzitterschap en Eurocommissaris Gunther Verheugen (industrie) om de speelgoedrichtlijn nog voor kerst af te ronden was ongezien. Vorige week pas werd een compromis bereikt. Een week later werd er al over gestemd in het Europarlement. Lidstaten moeten de strengere eisen voor speelgoed binnen twee jaar in nationale wetgeving omzetten.