GroenLinks wil opheldering van de minister de Jager over het bericht dat verzekeraar ASR klanten dwingt afstand te doen van hun recht te procederen als ze aanspraak willen maken op compensatie voor hun woekerpolis. Dat zou blijken uit brieven van ASR aan polishouders, die in handen zijn van NU.nl. Dat zou haaks staan op wat de verzekeraar publiekelijk beweert. En wijkt af van de informatie zoals bekend bij het ministerie van Financiën. GroenLinks Tweede Kamerlid Bruno Braakhuis heeft schriftelijke vragen gesteld.

Braakhuis: “Ik wil van minister De Jager weten of hij weet of meer verzekeraars te werk gaan zoals ASR. Daarnaast moet duidelijk worden dat polishouders, die een vrijwaringsverklaring hebben getekend en aanspraak hebben gemaakt op compensatieregelingen, het recht behouden om naar de rechter te stappen. Het zou goed zijn als alle verzekeraars in het openbaar laten weten dat ze hun klanten in geen geval afstand zullen laten doen van hun recht op compensatie.”

Bij de woekerpolisaffaire ging het in 2006 om een kleine zeven miljoen dure en complexe beleggingsverzekeringen, lijfrentes en hypotheken. Miljoenen Nederlanders bleken voor vaak veel geld gedupeerd.

ASR heeft tienduizenden beleggingsverzekeringen onder zich die mogelijk in aanmerking komen voor de compensatieregeling. Die regeling is eerder met consumentenstichtingen getroffen.

Steeds meer experts denken alleen dat deze regeling vaak niet voldoende recht doet aan de geleden schade waardoor de klant naar de rechter zou moeten stappen voor een betere compensatie.

Verzekeraar ASR zou, naar nu blijkt, haar klanten verklaringen hebben laten tekenen, waardoor ze niet meer naar de rechter kunnen stappen.

Schriftelijke vragen van het lid Braakhuis aan Minister van Financiën naar aanleiding van het bericht op Nu.nl van 23 maart 2012: "Verzekeraar ASR blokkeert claims woekerpolis"?

1. Bent u bekend met het bericht "Verzekeraar ASR blokkeert claims woekerpolis"?
2. Wat vindt u ervan dat ASR toch blijkt te vragen aan haar polishouders en hen daarvoor laat tekenen, dat zij afstand moeten doen van hun recht om te procederen i.v.m. compensatieregelingen n.a.v. de woekerpolisaffaire?
3. Zijn de acties van ASR, zoals beschreven in het bericht, toegestaan? Bent u bereid deze zaak aan te pakken?
4. Kan de minister verzekeren dat polishouders, die een vrijwaringsverklaring hebben getekend en aanspraak hebben gemaakt op compensatieregelingen, het recht behouden om naar de rechter te stappen en alsnog de over de aard van de beleggingsverzekering te procederen, bijvoorbeeld met 'dwaling' als aanklacht?
5. Bent u bereid te onderzoeken of er meer verzekeraars op deze wijze proberen om klanten te laten afzien en tekenen voor het recht op een passende compensatieregeling?
6. Bent u bereid om met ASR en andere verzekeraars het gesprek aan te gaan, om hen te openbaar te laten verklaren dat klanten in geen geval afstand doen van hun recht?
7. Kan de minister met de verzekeraars een toezegging overeenkomen, dat de bepalingen uit de vrijwaringsverklaringen die nu al zijn getekend niet bij eventuele rechtszaken over de beleggingsverzekeringen zullen worden ingezet door de verzekeraars?
8. De situatie in de verzekeringsbranche is kwetsbaar. Hoewel klanten hun recht moeten kunnen halen, is het niet de intentie om verzekeraars daardoor failliet te laten gaan. Maar de branche mag niet overeind gehouden worden over de rug van de polishouders en ten koste van hun rechten. Wat gaat u doen om – in aanvulling op het beschermen van de rechten van de polishouders – de woekerpolisaffaire tot een eind te brengen en de verzekeringsmarkt weer tot rust te brengen?