Hoewel de EU weinig drukmiddelen tot haar beschikking heeft, moet ze niet nalaten de Russische acties op de Kaukasus fel te veroordelen. Dit vindt GroenLinks-europarlementariër Joost Lagendijk.

"De Russische invasie in Georgië was een volstrekt disproportionele reactie op het Georgische geweld in Zuid-Ossetië," zegt Lagendijk. "De Europese Unie kan het militaire machtsvertoon van Rusland met geen mogelijkheid accepteren. De EU kan ook niet aanvaarden dat het Kremlin per oekaze beslist over de onafhankelijkheid van Zuid-Ossetië en Abchazië. De EU moet de Russische handelswijze duidelijk en eensgezind veroordelen. Anders zal het Kremlin deze agressieve politiek waarschijnlijk voortzetten tegenover andere buurlanden, zoals Moldavië of Oekraïne."

In de val getrapt

De nationalistische president Mikheil Saakashvili van Georgië is in een Russische val gelopen. De aanval die Georgische troepen op 8 augustus uitvoerden op de facto onafhankelijke delen van de regio Zuid-Ossetië was een escalatie van de gewelddadige provocaties van beide kanten. Saakashvili beging daarmee een strategische blunder van de eerste orde. Een overmacht aan Russische troepen stond namelijk al klaar om Georgië binnen te vallen. Vervolgens heeft Moskou Georgië ontmanteld met de erkenning van de onafhankelijkheid van Abchazië en Zuid-Ossetië én met de bezetting van uitgebreide "bufferzones" buiten deze regio's.

Moskou vindt deze acties gerechtvaardigd. Volgens de Russische president Medvedev hebben de Georgiërs "genocide" gepleegd op de Zuid-Ossetiërs. Dit zou de afsplitsing onvermijdelijk maken. Maar de genocideclaim wordt niet onderbouwd door een juridisch oordeel of door onafhankelijke experts. Ook het dodental van de laatste Georgische acties - 133 volgens de Russen - is geen ondersteuning voor deze claim.

Model Kosovo
Maar de achterliggende rechtvaardiging is Kosovo. Omdat de voormalig Servische provincie Kosovo begin dit jaar met Westerse steun onafhankelijk is geworden, zien de Russen geen enkele belemmering meer om ook andere afgescheiden staatjes te erkennen. Volgens deze redenering kan het model Kosovo zo voor de conflicten op de Kaukasus gebruikt worden.

"De vergelijking met Kosovo is een Russische propagandastunt," meent Lagendijk. "Zowel op historisch als juridisch gebied gaat de vergelijking mank. Ook het politieke proces dat tot de huidige situatie heeft geleid is fundamenteel anders. Rusland heeft niet eens de moeite genomen om hun ingrijpen in Georgië op het Westerse optreden in Kosovo te laten lijken. Zo heeft Moskou geen enkele poging gedaan tot een diplomatieke of op zijn minst internationale aanpak van de situatie in Zuid-Ossetië. Over de status van beide regio's is na 8 augustus geen overleg meer geweest, hoewel de Russen dit expliciet hebben toegezegd."

Oog om oog
Maar er is wel een verband met Kosovo in de ogen van Lagendijk. "De actie van Rusland was niet alleen tegen Georgië gericht, maar ook tegen de EU en de VS. De erkenning van Zuid-Ossetië en Abchazië is de ultieme wraak voor het feit dat de Moskou zijn zin niet heeft gekregen over Kosovo. De Russische manier van politiek bedreigen is oog om oog, tand om tand."

Lagendijk hoopt dat de EU overeenstemming kan bereiken over het zenden van een waarnemersmissie, die controleert of de Russen zich hebben teruggetrokken volgens de afspraken. De Russen hebben hierover toezeggingen gedaan, maar het is onduidelijk of ze zich wel aan die afspraken houden.

Energiewapen
Het probleem voor de EU is dat concrete drukmiddelen niet voor handen zijn. Economische maatregelen liggen moeilijk - hoewel meer dan de helft van de Russische inkomsten uit Europa komt. Veel Europese landen willen de toevoer van olie en gas uit Rusland, Europa's grootste leverancier, niet in de waagschaal stellen. Bovendien zijn de Russen dankzij de toegenomen energie-inkomsten grote afnemers geworden van Europese consumptiegoederen.

"Op de middellange termijn is het beste wapen tegen Rusland een gezamenlijke Europese energiepolitiek," vindt Lagendijk. "Tot aan deze crisis is het Moskou keer op keer gelukt om de EU uit elkaar te spelen, omdat de lidstaten tegen elkaar opbieden om gunstige energiecontracten binnen te slepen. Hopelijk maakt deze crisis duidelijk dat deze verdeeldheid ons tandeloos maakt tegenover een assertieve en soms agressieve buurman."