In 2002 was Ingrid Betancourt presidentskandidaat voor de Groenen in Colombia, toen de linkse guerrillaorganisatie FARC haar ontvoerde. Op 2 juli dit jaar kwam zij vrij. Ter ere van het zestigjarig bestaan van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens sprak ze het Europees Parlement toe.
Betancourt bedankte op zeer emotionele wijze het Europees Parlement voor de steun die zij had ontvangen: "Dank u dat u uw hart hebt geopend voor dat drama dat zo ver van u af ligt. De woorden die hier zijn uitgesproken, hebben geleid tot mijn bevrijding. Dat is een duidelijk en concreet resultaat van wat u hebt gedaan."
Zij vroeg aandacht voor de mensen die gegijzeld worden. Maar ook de mensen die, zoals zijzelf, weer vrij zijn, blijven hun hele leven een trauma met zich meedragen. Ze noemde onder meer Aung San Suu Kyi, de Birmese oppositiepolitica, die al dertien jaar onder huisarrest staat.
Ingrid Betancourt tot tranen geroerdBetancourt nam het ook op voor de armen en rechtelozen in de wereld. De consumptiemaatschappij creëert frustratie bij hen die niets hebben. Ze vroeg Europa om het voortouw te nemen bij het bestrijden van armoede.
Het Europees Parlement heeft de mensenrechten hoog in het vaandel staan. Voortdurend dringt zij aan op eerbiediging van deze rechten, vooral in landen waar de EU invloed kan uitoefenen. De Groenen nemen hierbij vaak het voortouw.