Het bedrijfsleven mag meer verwachten van het onderwijs, maar moet dan ook extra bijdragen. Tweede Kamerlid Jesse Klaver wil de verlaging van de verlaging van de vennootschapsbelasting deels terugdraaien om gericht te investeren in beroepsonderwijs. Met een kwart procent meer vennootschapsbelasting kan er 100 miljoen euro geïnvesteerd worden in de behoeften die het bedrijfsleven heeft in het onderwijs.
Het geld moet bijvoorbeeld ten goede komen aan betere leraren voor het beroepsonderwijs en ov-kaarten voor stage lopende mbo-leerlingen.
Klaver: “De investeringen in onderwijs door het bedrijfsleven blijven achter bij het buitenland. Maar de verwachtingen zijn wel hooggespannen. Ons goede onderwijs is een belangrijke vestigingsvoorwaarde, ik wil dat we daar nog meer gebruik van maken.”
Op dit moment weet het kabinet geen geld vrij te maken om te investeren in het onderwijs. Dit is een groot probleem dat een negatieve invloed op onze economie heeft.
Werkgevers pleiten voortdurend voor meer investeringen in onderwijs. Zij wijzen met name op het belang van een goede aansluiting van opleidingen op vacatures in het bedrijfsleven.
Onlangs hebben werkgeversclubs MKB Nederland en VNO-NCW de noodklok geluid over de technische vmbo-opleidingen. Het aantal leerlingen en goed opgeleide leraren lopen terug. In de nabije toekomst zouden technische opleidingen op veel plaatsen zullen verdwijnen. Hierdoor dreigt een tekort aan technisch personeel.
Klaver: “Dit zijn terechte vragen, maar het is ook redelijk om daar iets voor terug te vragen. Investeren in onderwijs loont. Een euro investering in onderwijs leidt tot 6% groei van het bbp.”
Het bedrijfsleven zou dit probleem te lijf kunnen gaan door een extra bijdrage te leveren om het onderwijs te verbeteren. Daar wordt het zelf beter van. Het geld dat grote bedrijven binnenbrengen zou specifiek gebruikt kunnen worden om de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven.
Het onderwijs heeft een brede maatschappelijke functie, niet alleen een bedrijfseconomische. Wat GroenLinks betreft moet er in onderwijs geïnvesteerd worden. Als het kabinet daar geen ruimte voor ziet binnen de begroting, moeten we andere manieren zoeken om knelpunten op te lossen.